Euritmietherapie helpt!
Boekje van Johannes Treuren
Euritmietherapie wordt door mensen van alle leeftijden en met uiteenlopende klachten beoefend. Johannes Treuren (euritmietherapeut in Zutphen) heeft zijn patiënten gevraagd om hun ervaringen op te schrijven. Deze (27) ervaringen zijn in een boekje ‘Euritmietherapie helpt’ gebundeld.
De NVET is Johannes erkentelijk dat ervaringen uit deze bundel hier gepubliceerd mogen worden. We beginnen graag met het voorwoord, geschreven door Karel Freeve, huisarts in Zutphen.
Voorwoord van Karel Freeve, huisarts in Zutphen:
Het doet me een genoegen om het voorwoord voor dit boekje te kunnen schrijven.
De essentie van de euritmietherapie is om de patiënt te laten ervaren, dat het maken van een uiterlijke beweging een beweging activeert in het onbewuste deel van de mens. Op die wijze kan structuur en vorm gegeven worden aan het innerlijk van de mens, iets waarbij het neuro-vaso-vegetatieve zenuwstelsel direct betrokken is. Dat is het zenuwstelsel dat in het onbewuste deel van de mens verbonden is met zijn organen, klieren, bloedvaten en zenuwen. Zo kan de mens via zijn bewustzijn inwerken op zijn onderbewustzijn, voorzover dat verbonden is met zijn lichaam.
In de voorbeelden komt naar voren dat verschillende motieven aanleiding gaven om aan de therapie te beginnen: het advies van de arts, de ervaringen van iemand anders, of de wanhoop dat tot nu toe niets hielp. Het besluit om deze therapie te gaan volgen komt vaak niet alleen voort uit de wens om van de klacht af te komen, maar ook uit de vraag wat de klacht over mij zegt en hoe ik die een plek kan geven. Door de therapie kunnen wezenlijke ervaringen worden opgedaan. Zo kan men voelen dat de innerlijke spanning minder wordt of merken dat een uiterlijke beweging verbonden is met een innerlijke beweging. Men kan ook een betere verbinding krijgen met zichzelf door het verminderen van chaos en onrust, of bemerken dat patronen in beweging en gevoel doorbroken worden. Vrijwel altijd is het zo, dat de patiënt zijn eigen lichaam beter gaat ervaren.
Daardoor kan men de grens tussen binnen- en buitenruimte concreter gaan beleven en ontstaat het gevoel meer op eigen benen te kunnen staan, waardoor het zelfvertrouwen toeneemt. Essentieel hierbij is de bereidheid om te willen oefenen. Het bijzondere van deze therapie is dat dit oefenen uiteindelijk tot een behoefte kan worden in plaats van een opgave.
Graag wil ik de wens uitspreken dat meer mensen tot ervaringen zullen komen als in dit boekje beschreven zijn.